woensdag 24 oktober 2012

Alles over Barbelen

Gedurende het grootste deel van mijn wetenschappelijke leven heb ik barbelen bestudeerd. Barbelen? Dat zijn karperachtige visjes uit de zoete wateren van tropisch Azië. Geslacht Puntius, familie Cyprinidae. Er bestaan zo'n 100 soorten van en velen zijn bij aquariumhouders geliefd om hun fraaie kleuren, levendigheid en gepassioneerd gedrag. Mijn onderzoek begon met aquariumwaarnemingen, maar na de eerste jaren kwamen er tropenreizen met veldwerk aan te pas, want over hun gedrag in het wild en de soorten wateren waarin ze leefden was niets bekend; over hun gedrag in aquaria trouwens ook niet toen ik m'n onderzoek begon.
Terugkijkend op een jaar of veertig onderzoek heb ik vorig jaar een boek gepubliceerd: "Barbelenverhalen; vissen in tropisch water", waarin niet alleen over de onderzoeksresultaten verteld wordt, maar ook over mensen, landstreken en culturen: de landschappen van Sri Lanka, Zuid-India en Malakka, cultuurverschillen tussen de bijna-buurlanden Sri Lanka en Kerala (India) en bijzondere ontmoetingen. De meeste besproken soorten staan erin afgebeeld op foto's, in meerderheid van meesterfotograaf Arend van den Nieuwenhuizen.

Een van de eerste wetenschappelijke vragen waarmee ik geconfronteerd werd was wat de functie is van de zwarte vlekken of strepen die barbelen op de zijde van het lichaam dragen. Waarom hebben ze die en waarom elke soort weer anders? Mijn professor die me aan deze dieren zette verwachtte dat zwarte dwarsstrepen, zoals Purperkoppen (Puntius nigrofasciatus) en Sumatraantjes (P. tetrazona) hebben, afschrikwekkend op soortgenoten zouden werken. Mannelijke barbelen vechten met elkaar, en hoe agressiever de heren zijn, hoe meer behoefte aan afweer door middel van dreiggedrag en afschrikkende kleurpatronen. Dat wás het echter niet. Juist tijdens het paaien, dé gelegenheid waarbij mannetjes met elkaar vechten, trekken die zwarte strepen geheel of gedeeltelijk weg of worden ze gemaskeerd doordat het hele lijf zwart wordt.
Waren het dan misschien schutkleuren,die vooral búiten de voorplantingsperioden van belang waren? Ook dat klopte niet, zoals ik in het veld kon vaststellen. Verticale banden kunnen een vis wel verbergen als hij stilstaat tussen rechtopgaande stengels, maar barbelen staan nooit stil. De bandenstructuur maakt hen in het veld alleen maar opvallender. In het boek wordt beschreven hoe ik min of meer toevallig het juiste antwoord vond via waarnemingen die er oorspronkelijk helemaal niet voor bedoeld waren.

Door heel veel waarnemen van gedrag en kleurveranderingen, in veld en aquarium, werden ook de betekenissen van de andere kleuren gevonden: waarom worden Purperkopmannen bijna helemaal egaal zwart in de paaiperioden, en waarom behouden Sumatranen in die omstandigheid nu juist de contrasten? Het wordt allemaal verteld, in ook voor leken leesbare taal, in:

Koenraad Kortmulder & Yuri Robbers 2011. Barbelenverhalen. Brussel, Academic & Scientific Publishers ASP


vrijdag 19 oktober 2012

over preventie van wetenschapsfraude

Een paar gevallen van wetenschapsfraude hebben een discussie over preventie veroorzaakt. Men vraagt zich af of huidige studenten wel voldoende gewezen worden op de schade die ze straks als onderzoeker zullen aanrichten, zowel aan de wetenschap als aan zichzelf, als ze losjes met de waarheid gaan omspringen. Suggesties voor maatregelen zijn er vele, uiteenlopend van speciale contacturen student-docent tot het laten afleggen van een eed door iedere student. Of het een of het ander zal helpen zal moeten blijken, en ook hoe het zich zal verdragen met de prikkels tot productie. In ieder geval lijkt me dat het ook eenvoudiger, en goedkoper, kan.
Het oude Zoötomisch Laboratorium - inmiddels allang door lelijke nieuwbouw vervangen - van de Leidse Universiteit had een monumentale ingang aan de Witte Singel. Via stoep en voordeur kwam je in een hoge, witte hal met twee niveau's en een trap daartussen. Hoog tegen de rechterzijwand waren enkele uitspraken van vroegere hoogleraren geschilderd. Als student kwamen we daar niet alleen minstens 2x per dag langs, maar we zaten er vaak ook als we te vroeg of te laat voor college waren, of in een vrij uur als het buiten regende. Vandaar dat die spreuken zodanig in ons geheugen gebrand werden dat ik ze nóg uit 't hoofd kan citeren, inclusief de zeer oude spelling van de middelste:

"WAARHEIDSLIEFDE IS DE EERSTE EN VOORNAAMSTE EIGENSCHAP VAN DEN NATUURONDERZOEKER. ZIJNE VORMING IS GEHEEL MISLUKT, WANNEER DEZE EIGENSCHAP NIET HEERSCHENDE BIJ HEM GEWORDEN IS."

Was getekend: J. van der Hoeven.
Het was zeker niet alleen de dagelijkse inprenting. Het betoogje van 2 zinnen zélf ging regelrecht naar de kern van de zaak. Niet: eerlijkheid, maar: waarheidsliefde. Willen weten hoe het écht zit, en dat met anderen delen; dát is de drijfveer van de wetenschap. Dat op de eerste en belangrijkste plaats - niet verhandelbaar. Pas daarna komen motieven als ambitie aan bod: bewonderd worden, een mooie baan, veel geld verdienen. Als het niet zo zit, dan moet je geen wetenschapper worden.
Dit klinkt wellicht vreemd in onze tijd waarin wetenschappelijk onderzoek en economische belangen nogal verstrengeld geraakt zijn. Maar die recente gevallen gingen nu juist over onderzoekers die het om de roem te doen was, en niet over een beetje gesjoemel bij het testen van potentiële bestsellers.
En de methode van die oude professor van der Hoeven? Wellicht een idee!