donderdag 5 juli 2018

Veneto 2018.

Alles is bij nader toezien altijd ingewikkelder dan je eerst dacht. In de wetenschap heet dat de Baard van Nelson, die altijd weer ontsnapt aan het scheermes van Ockham. Wie daar verder over wil nadenken kan ik naar mijn artikel van 2 december 2012 op dit blog verwijzen, maar je kunt nu misschien maar beter gewoon doorlezen.

Deze juni-maand was ik voor twee weken in Padua in Noord-Italië. Van daaruit kun je heel wat andere beroemde steden gemakkelijk per trein bereiken: Verona, Bologna, Trento en natuurlijk Venetië, alsmede alles wat daartussen ligt. Vandaar dat ik er graag heen ga. Het leukste vind ik het ontdekken van plaatsen waar ik nog nooit geweest ben. Dat werden deze keer Thiene, Schio en Belluno, alle drie gelegen tussen voetheuvels van de Alpen, maar in essentie nog op vlakke dalbodems. 
Thiene, Villa (Castello) Da Porto Colleoni-Thiene
(foto auteur)



Thiene, keramische versiering (foto auteur)


Schio (foto auteur)
Schio (foto auteur)
Schio (foto auteur)
Belluno (foto auteur)
Belluno, resten van beschildering (foto auteur)
Belluno, geschilderde raamdecoratie (foto auteur)
Belluno, beschildering (foto auteur)

Hernieuwde kennismaking met een stadje dat ik heel lang geleden bezocht heb is echter ook niet mis. Bij zowel Trento als Mantua was dat 10 à 20 jaar geleden, en zoals ik al eens uitgelegd heb zijn ze voor mij dan zo goed als nieuw, niet omdat ik een slecht geheugen zou hebben, maar doordat ik nu op heel andere dingen let. Tóen had ik vooral oog voor architectuur, en tegenwoordig ben ik gespitst op de kleuren en eventuele fresco's op de huizengevels. Hoe ziend/blind mij dat maakt bleek wel in Trento. Ik had me voorgenomen er op zoek te gaan naar gevelschilderingen anders dan die op de paleizen aan het domplein, de enige die ik me herinnerde. Toen ik er deze keer aankwam bleek ik helemaal niet te hoeven zoeken. Zodra je het plaatsje vanaf het station binnengaat loop je tegen de beschilderde paleizen op.


Trento, Palazzo Geremia (foto auteur)

Trento, Palazzo Geremia (foto auteur)

Trento, Palazzo Quetta Alberto-Colico (foto auteur)

Trento, Palazzo Quetta Alberto-Colico (foto auteur)


Trento, Palazzo Saracini Cresseri (foto auteur)


Trento, Case Cazuffi-Rella (foto auteur)

Trento, Palazzo Balduini (foto auteur)


Met die ontdekking was ik heel blij, omdat me in één keer duidelijk werd dat Trento niet voor niets de bijnaam 'urbs picta' - de beschilderde stad - draagt, maar ook omdat ik gelijk weer overtuigd was van mijn stelling dat gevelschilderijen in Noord-Italië vooral bij de (alpiene)  bergstreken horen. Ik schreef al eens een essay op dit blog - 19 juli 2016 - over dat onderwerp. Daarin vertelde ik dat in de streek rond Bologna veel zware aardkleuren gebruikt worden om de huizen op te sieren. Ten Noorden daarvan, voorbij de Po, overwegen de zachtere kleurtjes, en in plaatsen die tegen de Alpen aan liggen zie je allerlei geschilderde scènes, of non-figuratieve versieringen, op de gevels.

Die indeling presenteerde ik misschien te duidelijk, al noemde ik ook variatie en uitzonderingen. Aan grenzen wordt altijd gesmokkeld, zei mijn vader al, en van die regel heb ik in mijn leven niet vaak afwijkingen gevonden. Daaraan moest ik denken toen ik deze reis ook in Mantua wat beschilderingen aantrof - onverwacht ver naar het Zuiden. En waaratje, zelfs Padua, dat ik intussen aardig dacht te kennen, bleek niet geheel zonder te zijn! Omgekeerd toonden de genoemde stadjes Thiene, Schio en Belluno vooral egale muren, lekker vers in de kleurige verf, terwijl hun ligging vlak onder de bergen andere verwachtingen had kunnen wekken. Het zijn alle drie welvarende plaatsen, die veel toeristen trekken en die er belang bij hebben dat de stad er netjes uitziet. Enige aanwijzingen van het verleden vond ik wel: sporen van schilderingen die door de verf heen te zien waren en in Belluno zelfs nog fraaie, bestaande exemplaren in de oudere buurt (Via Mezzaterra)! Wellicht waren Thiene, Schio en Belluno, net als Portogruaro (zie het eerdere essay), vroeger meer van schilderingen voorzien, maar daar is dan bitter weinig meer van te zien, en speculaties ondersteunen geen theorie. Vandaar dat ik twijfelde.


Mantova (foto auteur)

Mantova (foto auteur)
Vanwege de twijfels was het bezoek aan Trento zo'n geweldige opluchting voor me: de stad is zo vol van beschilderde paleizen dat het straatbeeld erdoor bepaald wordt, en hij ligt evident tussen de bergen. Aldus zijn er nu drie steden die de noordelijke afkomst van de beschilderingen bevestigen: Trento, Feltre en Pordenone. Ze zijn er alle drie zodanig vol van dat geen andere plaats ook maar in de buurt komt.

De manier waarop men met die oude schilderingen omgaat verschilt sterk per plaats. Werden ze in Portogruaro meest overgeschilderd - maar vaak kon je ze onder de verflaag nog zien zitten - in Pordenone werden ze gekoesterd en zelfs weer onder oude kalklagen vandaan geprepareerd! Misschien is de eenvoudigste hypothese op dit moment dat het beschilderen van gevels vooral bij de noordelijke streken hoort, maar dat de grens ervan vroeger meer naar het Zuiden - inclusief Mantua en Padua - gelegen heeft dan ik oorspronkelijk vermoedde. 

De redenen waaróm de schilderingen behouden worden verschillen mijns inziens nogal tussen de drie plaatsen. Trento is de trotse hoofdstad van de autonome regio's Trentino-Alto Adige en Zuid-Tirol en zal daarom wel hechten aan de tradities van deze nogal duits-georiënteerde streken. Bovendien herinneren veel van de beschilderde paleizen aan het concilie waarvan de stad van 1545 tot 1563 gastheer mocht zijn. Voor die gelegenheid werd er heel wat opgetut. Feltre ligt er in de regio Veneto wat verloren bij. De grote paleizen waaruit het voornamelijk bestaat staan hier en daar te koop en waarschijnlijk aan de straatstenen niet kwijt te raken - een spookstad in wording. Niemand die de middelen heeft of het nut inziet van het restaureren danwel wegschilderen. Ook Pordenone ligt in een autonome regio: Friuli-Venezia Giulia; wellicht heeft dat er iets mee te maken.


Padua, Via Belzoni (foto auteur)
Padua, Via Belzoni (foto auteur)

Een toevallige gebeurtenis maakte me deze reis nog eens bewust dat wat ik waarneem een momentopname is, een soort Platland ten opzichte van de historie. Weliswaar schijnt iets van het verleden soms door de verf heen of is het niet helemaal weggeschilderd, maar waar het weg is is het weg. Misschien is in het geheugen van de mensen die er sinds lang wonen iets meer bewaard gebleven. Inderdaad vroeg ik hier en daar aan inwoners of er vroeger meer of minder beschilderde gevels waren, maar dat leverde me weinig nieuws op. Tot die ene bar-dame in mijn hotel me ongevraagd vertelde dat in Padua in het na-oorlogse verleden veel kleine huizen afgebroken zijn en vervangen door hogere appartementen-complexen, en dat juist die kleine huizen vaak beschilderd waren! Op de foto een voorbeeld van zo'n klein huis dat voor de sloop gespaard bleef (Via Belzoni). Zo zouden er in Padua dus (veel) meer geweest zijn, en ik heb geen reden om dergelijke omwentelingen in Mantua of Verona uit te sluiten. Dat gaf dus onverwacht steun aan de veronderstelling dat de traditie van gevel-schilderingen ooit verder naar het Zuiden gereikt heeft; bijvoorbeeld tot de Po. Blijft staan dat ze dichter bij de Alpen op z'n minst beter geconserveerd zijn.

Beste Lezer, mocht je meer van beelden dan van woorden houden, dan gaf dit artikel me toch de gelegenheid je wat nieuwe foto's te laten zien.