Vroeger had je Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO) en Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) en het was duidelijk wat voor soort onderzoek de twee instanties van die naam subsidiëerden buiten de normale academische budgets om. Samen werden ze vanaf zeker moment wel "de tweede geldstroom" genoemd. Misschien is het daarmee begonnen, want waar een tweede geldstroom bestaat is er ook een derde en misschien een vierde, enzovoort. Toepasbaarheid van een onderzoeksplan in de nabije toekomst strekte bij ZWO niet tot aanbeveling. Bij de universiteiten trouwens ook niet; als je dat wilde, dan ging je maar naar 'Delft', toen nog bekend als Technische Hogeschool (TH) Delft. Z was Z. Maar ZWO werd NWO, en TH werd TU, bedrijven kochten direct toepasbaar onderzoek bij de universiteiten (de zogenaamde derde geldstroom) en je was eigenlijk een beetje gek als je de gang van je onderzoek nog liet bepalen door pure weet- of nieuwsgierigheid naar hoe het zit. Je moest "geld binnenhalen", en bij het subfaculteitsbestuur werd het belang van je werk dááraan afgemeten.
Volgens Hilary en Steven Rose, in hun boek "Genes, Cells and Brains", zijn het nu bedrijven die de meeste macht hebben over wat onderzocht gaat worden. Ik hoop dat dat niet (helemaal) waar is, want ik houd van oprechte wetenschappelijke nieuwsgierigheid. Die koppeling van onderzoek aan direct gewin is misschien maar een symptoom. Wat willen we eigenlijk? Productie, productie, productie, of overleven op de lange termijn? Het is langzamerhand toch duidelijk dat dat niet allebei kan. Als we alsmaar gefixeerd blijven op het eerste is het eens op.
Maar dan verhuizen we toch gewoon naar een andere planeet", zult u wellicht zeggen. "De technologie die daarvoor nodig is kunnen we in huis hebben tegen dat het zover is". Nu, prima, ik wil niet onmodern overkomen. Maar dan geldt wel wat voor iedere verhuizing geldt: netjes achterlaten, geen onbewoonbaar krot. Gun de aarde, mocht het zover komen, een tweede leven.
Maar dan verhuizen we toch gewoon naar een andere planeet", zult u wellicht zeggen. "De technologie die daarvoor nodig is kunnen we in huis hebben tegen dat het zover is". Nu, prima, ik wil niet onmodern overkomen. Maar dan geldt wel wat voor iedere verhuizing geldt: netjes achterlaten, geen onbewoonbaar krot. Gun de aarde, mocht het zover komen, een tweede leven.